zondag 9 januari 2011

Buon Capodanno e tanti auguri

Mijn (kort) bezoek aan België was een aaneenschakeling van op-en-af ritten tussen Brugge, Gent en Antwerpen; van functionele bezoeken zoals een thesisbegeleiding via familieaangelegenheden o. a. bij kerstavond tot avondlijke café rendez-vous (met natuurlijk niet te vergeten het K-kerstfeestje met de architecten).

Dank aan iedereen van wie ik momentje mocht stelen, mijn excuses aan diegenen die niet op mijn pad geraakt zijn, maar aan allen mijn beste wensen voor het nieuwe jaar! Een jaar waar ik hoop dat iedereen eens kan afzakken naar mijn stad van het licht, Rome! Na 10 dagen thuis-thuis te zijn, deed het minstens evenveel deugd om terug te komen naar mijn tijdelijke habitat, niet alleen om het even te delen met een andere Rome kenner, maar ook om te beseffen dat ik het in die maanden voordien toch tot een soort van thuis heb kunnen maken, mede dankzij mijn Italiaanse huisgenoten. Het is en blijft natuurlijk een grootstad, die elke dag nog nieuwe geheimen tentoonspreidt. Zo heb ik ontdekt dat heel wat gaten nog moeten gevuld worden. Gelukkig krijg ik van alle kanten lijstjes met The Must See’s.
Met trots kan ik echter wel al zeggen dat ik de bibliotheek van het Vaticaan bezocht hebt. Toch een beetje een ontgoocheling. Je hoopt geleid te worden tot in het kloppende duistere hart van die stadstaat. Niets is echter minder waar. Een uur lang word je verteld hoe uitgebreid, anderhalf miljoen exemplaren, de collectie wel niet is en hoe revolutionair hun hightech chips worden gebruikt om hun boeken terug te vinden, maar verder dan enkele gangen met namaakposters van de boekenrekken en enkele tentoongespreide werken kom je niet.
Op mijn kerklijstje mag ik volgende kerken al wegvinken: de San Stefano Rotonda (ongeveer achter mijn deur), één van de oudste kerken van Rome met een cirkelvormige plattegrond; even verder de San Giovanni e Paolo, waar een erg enthousiaste pastoor ons een beetje doopte in de geschiedenis van de kerk (bijvoorbeeld het feit dat er vroeger een bron onder moet gelegen hebben); de Chiesa del Gésu, een kerk die langs mijn dagelijkse busroute richting unief ligt en die ik bijgevolg al talloze keren – van buitenaf – bewonderd heb, kon ik nu van binnenuit bezichtigen; een meesterwerk van Bernini San Andrea al Quirinale, een kerk waar ik mits de hulp van een gids – Tim – ingeleid werd in de wonderen der barokperiode; en zoals het hoort dien ik dit lijstje af te sluiten met een climax, eentje naar het ontwerp van de rivaal van Bernini, namelijk Boromini, de Sant’Ivo, deze steelt werkelijk alle woorden en laat alleen stilte (van verbazing) zegevieren.
Hoe kon ik ooit de berg van Gianicolo beklimmen zonder het Tempietto van Bramante te bezoeken? Kan een mens zich afvragen twee maanden na datum, en dat nog wel in het gezelschap van een andere architect (die toen even op bezoek was)! Om mijn schoonheidsfoutje van toen goed te maken, ben ik het nu maar snel binnengeglipt. Jammergenoeg hadden we geen rekening gehouden met de snel tikkende tijd want we stonden voor gesloten deuren. We staan alvast al een stap verder, de buitenkant is aanschouwd. Zoals altijd geldt de heilige drievuldigheid en zal ik bij de derde keer de binnenkant bewonderen.

Tussen al die culturele gebeurtenissen was er natuurlijk ook nog het feest van oudejaar. Gezellig gedineerd in een grappig gezelschap bestaande uit vooral heel veel Belgen, enkele Franse dames en een sympathieke Poolse meid. Rond 11u aangezet om de kurken te laten schieten bij het vuurwerk aan het Colosseum. De rest van de nacht was een samenraapsel van ronddwalen, pogingen om bij het concert op Piazza Venezia te raken om uiteindelijk te eindigen aan de Trevi-fontein (die zoals altijd overladen was met volk).

Om te bekomen van al deze feestelijkheden, wat te studeren en om niet te eenzaam te wezen (al de Erasmusvrienden zitten nog aan het thuisfront) ben ik omhooggereisd naar Tuoro sul Trasimeno. Een gezellig dorpje op de grens van Toscane en Umbrië waar ik voor vier dagen Ana en Sam vergezeld heb. Geen internet, geen contact met de buitenwereld, alleen de schoonheid van het meer, goed gezelschap en de warmte van een houtkachel.

Morgen starten de lessen, zo word ik snel terug in het gewone leven gestort, maar met alle plezier!

maandag 6 december 2010

Even ontsnappen aan Rome

Tussen Napels & Bologna

Het was alweer even geleden dat ik deze stad nog eens verliet, dus tijd voor nieuwe avonturen. Het hoeft niet altijd ver, daarom koos ik deze keer voor Napels. Ik hoor iedereen al denken “Oei oei oei, naar de stad waar de maffia tussen het afval door hun beruchte praktijken voert”. Neen, neen, niets is minder waar. Ik zal niet ontkennen dat de Camorra er zijn connecties heeft, maar als gewone toerist heb je daar geen last. Toch zeker niet als je geen geld bezit, zo vertelde mijn – heel sympathieke – couchsurfer me.
Ik had op het laatste moment beslist erop uit te trekken, dus iedereen had al andere plannen. Geen probleem, er zijn genoeg mogelijkheden om de Lonely reizigers een hart onder de riem te steken.
Zaterdagmorgen vroeg op de trein gesprongen om al rond 11u aan te komen in Napels. Perfect de tijd om wat rond te lopen en een dériveke te ondernemen, zoals de architecten zouden zeggen (soms komt de vakidiotie toch even naar boven). Rond 14u werd ik al vergezeld door Antonio, de Italianen zijn nog steeds niet erg origineel in het verzinnen van hun namen (de helft van de mannelijke bevolking heet: Alessandro, Giovanni of Antonio). Voordat we de stad onveilig hebben gemaakt, moesten we natuurlijk wat kracht op doen. Wat is er beter dan een pizza gaan eten in –volgens hem – het beste pizzarestaurant ter wereld? Ik moet toegeven, het heeft gesmaakt! Wat bekende kerken passeerden langs onze ogen, de belangrijkste straten in de historische kern zoals natuurlijk de SpaccaNapoli die heel Napels doorkruist en enkele pleinen. Ik vertel toch één heel grappig detail. We staan op een vrij groot plein met aan de ene kant een halfrond gebouw, een beetje een flauwe variant van het Sint Pietersplein in Rome (na een paar maanden mogen we al een beetje plaatselijk chauvinistisch worden). De uitdaging bestaat erin om geblindoekt van de ene kant in rechte lijn naar de andere kant te wandelen. Het is dus werkelijk onmogelijk. Na een minuut wandelen ben je ervan overtuigd aangekomen te zijn en wat blijkt? Dat je een cirkeltje hebt afgelegd. Een vreemde constructie van het paviment, moet het zijn of daar wijd ik het aan. ’s Avonds was ik kapot van de intensieve dag en ook wel na een intensieve week (ik had de eer en genoegen om bezoek te ontvangen van Jonas en mede-architect Stefan) dat ik om 20u al in slaap viel op de zetel van mijn couchsurfer.
Volgende morgen vol goeie moed en hernieuwde kracht opgestaan met de intentie om naar Capri te varen. Het weer stak echter een spaak in mijn wielen. Erg warm, maar tegelijkertijd ook wel erg winderig en daar houden ferrieboten niet van. Dan maar naar optie twee: Pompei. Ik stond verbaasd. Een achtal jaren was ik er al eens gepasseerd en het had toen niet zo’n diepe indruk na gelaten. Misschien wat aangesterkt door de wetenschap dat er elke week een nieuwe muur naar beneden valt, heb ik er toch een dikke 4 uur met open mond in rondgedoold. De avond viel onverwacht en snel, dus heb ik maar snel mijn onderdak opgezocht. Ik werd er verwelkomd door natuurlijk Antonio, een Amerikaanse couchsurfster, een vriend van Antonio en een heerlijk buffet vol lekkere verse lekkernijen van de mama van Antonio. Nog een merkwaardigheid der Italianen. Ze dwepen met alles wat ze zelf maken. Zo waren er toen verse tomaten, zelfgemaakte pesto en chocoladetaart (en meegebrachte buffelmozzarella). Maar ook hier in Rome gebruiken we alleen de olijfolie van La Mama! Terecht en met veel genegenheid sluit ik dit weekend af met een cadeautje voor mijn gastheer. Een LonelyPlanet boekje van Brussel getekend door François Schuiten. Hoe mooi kan je een beeld scheppen van een stad?

Op naar weekend twee. Waar Napels de drukte zelf was vol verkeer, vuilnis en regen was Bologna een hemels rustig dorpje vol winters kerstmisgevoel. Even ontsnappen aan alle chaos en regen in Rome om te herbronnen in dit mooie plaatsje in het Noorden. Dit keer werd ik vergezeld door Alexander, een vrolijke geneeskunde student uit Gent en diens mede collega/vriendin. Overnachting vond ik bij een oude bekende, Julie, van de taalcursus in Siena.
Vrolijk bolde mijn trein vrijdagmiddag uit Rome om vervolgens rond 21u aan te komen. Tot middernarcht vergezelde ik Julie tijdens haar (intensief ;-)) werk om daarna het nachtleven van Bologna te verkennen. De volgende morgen lekker toerist gespeeld. Te beginnen met de bibliotheek, waar ik tot nu toe nog geen evenbeeld in Rome van heb gevonden. Het Palazzo dell’Archiginnasio, volledig gerenoveerd tot een gezellig oord vol boeken, kranten en sociaalheid. Aan de Piazza Maggiore troffen we één van ’s werelds vijf grootste basilieken. Deze keer niet overdreven beladen met kunstvoorwerpen. Één van Bologna’s opvallendste bakens, de Torre degli Asinelli kon niet ontbreken aan onze sightseeing tour en 498 trappen verder bevonden we ons aan een adembenemend panorama. Het avondeten lieten we smaken, in uitgebreid gezelschap gaande van Nederlandse Couchsurfmeisjes tot oude kennissen van de taalcursus in Gent, in Osteria dell’Orsa, één van de meest gegeerde restaurantjes ter plaatse. Zondag hielden we het rustig met alleen een bezoek aan de Basilica di Santo Stefano of beter gekend onder de naam Sette Chiese, die zoals de naam al doet vermoeden bestaat die uit 7 kerken, waar er nu jammergenoeg maar 4 meer van rechtstaan. Voor de rest van de dag lieten we ons leiden door de schoonheid van de stad.
’s Avonds toch heerlijk thuiskomen in Rome, de stad waar het leven toch nooit volledig lijkt stil te staan.

De week tussenin werd gevuld met zinloos naar de universiteit dartelen om dan tot de vaststelling te komen dat er een “37e” betoging wordt gehouden. Gevolg: heel de kern van Rome stond dinsdag klem. Geen enkele auto, bus of motorino slaagde erin zich nog te bewegen. De enige oplossing was een fikse wandeling naar huis.
De avonden worden de ene keer ingevuld door een cinemabezoek, een andere keer door een sfeervol diner(tje) bij mij thuis om mijn jaartje ouder te vieren. Of …

Wat volgt? Nog twee weken in deze stad resideren die zich langzaam transformeert tot een kerststal, ondertussen hopen dat de lessen wel doorgaan, proberen binnen te raken in diverse bibliotheken en enkele taakjes afwerken om daarna even van de Belgische sferen te genieten.

Tot in levende lijve of tot na Nieuwjaar!

zondag 21 november 2010

Waarom ik elke dag meer verliefd word op Rome

of de kleine - o zo mooie - kantjes van deze bella città

De deur uit, kijkend op een deel van de muur van Aurelianus, om al joggend de buurt te verkennen. Daar wat verder wachten aan de ene kant de thermen van caracalla en aan de andere kant (of eigenlijk om het heel juist te zeggen, een beetje verder, maar dat gaat allemaal zo snel als je aan het lopen bent ;-)) Circus Maximus. Dit circus laat veel aan de verbeelding over, meer dan een grasveld is het eigenlijk niet. Maar des te meer kan er vandaag gebeuren. Zo zag ik er al enkele zondagen geleden een heus Romeins gebeuren met oude dansen of zo was er vorige week een heel leger kwartier aan het werk met het showen van alle mogelijke machines en helikopters.
Wat verder ligt een andere verborgen parel: de Villa Celimontana. Een eerder klein parkje waar je in tegenstelling tot bijna alle andere groene hoekjes wel degelijk op het gras mag zitten. Rome mag dan wel veel parken kennen, overal staan die plakkaatjes: "vietato ... "of "verboden ... ". Bovendien is Rome, las ik in één van de talloze gidsen die al onder mijn neus gepasseerd zijn, één van de groenste hoofdsteden van Europa en ik geloof het ook nog. Op zondagnamiddag is dit parkje een plaats waar alle jonge gezinnen komen spelen met hun jong geborenen. Er is een speeltuintje en er zijn zelf pony's! Op een andere willekeurige namiddag is dit plaatsje veranderd in een romantisch oord waar alle giovanotti hun liefje komen "verkennen". Eenmaal aan de andere kant van de muur vind ik, raar maar waar, nog een park (Parco Porta Latina). Dit keer nog kleiner van formaat, maar perfect om in het zonnetje een boek te komen verslinden.
Na een sportieve inspanning komt een beloning. En met wat kan ik mezelf beter belonen dan met een ijsje? Mijn lievelingsijsjeszaak is gevonden na een maand intensief onderzoek, dichtbij de piazza Colonna. Of een andere mogelijkheid is natuurlijk één van Romes beste tiramisu's van naast de deur. Hoe goed kan een mens gelokaliseerd zitten?

Al wandelend probeer ik de andere delen van Rome elke dag nog een beetje meer te bewonderen. Zo raakte ik gisteren voor het eerst op het Tiber eiland onder de magische zonnestralen van de herfst. Enkele dagen geleden belandde ik in de Santa Maria d. Concezione of beter gekend als de Cappucijnen kerk of eigenlijk nog beter als de kerk met de botten. Elk hoekje is versierd met ribben, dijbeenderen of ... Je kunt het je zo gek niet bedenken. Bijvoorbeeld een luster gemaakt uit scheenbenen en met als kers op de taart een schedel om de lamp af te werken.

Ook ’s nachts heeft Rome bijzondere plekjes. Overdag telt deze stad talloze gezellige koffiebars om snel een opkikker mee te pikken, maar als je goed zoekt vind je toch enkele goed weggestopte ontspanningsplaatsjes. De meest opvallende was toch een ‘club’ dichtbij Termini. Deze hippe tent bevindt zich in een kelder met obers en vrouwelijk schoon mooi opgekleed in rood en zwarte kostuums. Ongeveer elke avond is in teken van een ander thema en eergisteren hebben we de burleske wereld verkend. Boeiend!

PS. Het verkeer probeer ik wat te negeren. Het is en blijft een grootstad met een ongelofelijk hoog tempo wat transport betreft. Ik stond al versteld van hoe alles in een eigen logica lijkt te werken, hoe vlotjes en harmonieus de motorino’s lustig andere vehicels voorbij steken – over een volle lijn – en hoe rode lichten subjectief kunnen zijn. Toen ik deze morgen naar de supermarkt wandelde (die zijn hier open op zondag) trof ik echter een bus die een auto in de flank had geraakt. Wonder boven wonder leken er geen gewonden te zijn en was de site al terug heel ‘sereen’ en bijna terug zoals normaal.

PPS. Voor de mensen die twijfelen, de universiteit maakt ook nog steeds deel uit van mijn leven!

zondag 7 november 2010

Tussen het schoolse leven door

Hoera … de lessen zijn begonnen, of toch de meeste ervan. Niet op 18 oktober zoals eerst gezegd en ook niet op 1 november zoals aangekondigd in een officieel document. Ergens tussenin op woensdag 27 oktober vonden ze dat het welletjes was en zijn (sommige) lessen van start gegaan. In België vervloekt menig student wel eens Minerva voor zijn late aankondigingen, maar hier in Italië zou het een droom zijn mocht zoiets als een internetplatform bestaan. We mogen al blij zijn dat er een lessenrooster online staat met de uren en de betreffende auditoria.
Hoe gaat het dan werkelijk in zijn werk? Kijk welke lessen er interessant kunnen zijn (alleen afgaand op de titel van het vak), maak er een schema van, ga de eerst volgende keer mogelijk naar die les en wacht spannend af of er een professor verschijnt. Ja, zo worden er vele uren kwistig verspeeld, want meer dan de helft van de keren sta je daar een beetje wortel te schieten. Na anderhalve week heb ik toch al twee van mijn drie vakken gevonden. Storia Urbana di Roma en Architettura del paesaggio, parchi e giardini. Het derde vak laat nog – even – op zich wachten. Beide vakken worden gedoceerd door eerder oudere proffen. De eerste is ook nog een beetje blind, maar heeft een ongelofelijk geheugen van hoe Rome er ooit heeft uitgezien en hoe het er vandaag de dag nog bijstaat. Gezellig dicht bij elkaar rond één grote tafel zitten we te luisteren hoe de straten van Rome zich languit strekken tussen de talloze obelisken, fonteinen en monumenten. Meestal nog wat moeilijk te volgen, maar het lukt toch al om de grote lijnen er uit te filteren. Het tweede vak lijkt al iets meer op een les zoals bij ons, maar is nog steeds in een Italiaans kleedje gegoten. De les gaat door in een veredeld klaslokaal waar we met teveel studenten opééngepropt zitten en waardoor de temperatuur nogal durft op te lopen. Op tijd komen is duidelijk een eigenschap die de Italianen niet bezitten want heel de les door blijven studenten op hun gemak, zonder gêne, binnen komen. Ook de prof stoort zich niet aan dit feit. Handboeken zouden handig kunnen zijn, maar ook die moeten nog even gedrukt worden.

Mijn weekends vul ik natuurlijk nog steeds op met uitjes naar heinde en verre. Enkele weken geleden rolde de trein – uiteraard – me naar het noorden van het land: Venetië (foto’s zijn al te vinden op facebook). De architectuur Biënnale kon ik toch niet aan me laten voorbijgaan nu ik zo dicht in de buurt woon. Zoals het een Biënnale betaamt waren de tentoongestelde paviljoenen, projecten en exposities erg uitgebreid. We, ik en Fréderic mijn compagnon voor het weekend, hielden er een goed gevulde zaterdag aan over. ’s Avonds lieten we het allemaal wat bezinken in het gezelschap van enkele sympathieke Gentse medestudentes architectuur en met een – eigenlijk niet te drinken – Spritz, een drankje gemaakt op basis van witte wijn en mineraalwater. Zondag vulden we op met een geleide tour door de Joodse Ghetto wijk (inclusief een bezoek aan drie synagogen) en wat ronddrentelen in het altijd even mooie Venetië, ondanks het feit dat de wolken hun sluizen hadden open gezet.Voor het avondmaal was ik uitgenodigd bij een oude bekende, Clara, één van de Franse meisjes die ik had leren kennen in Sienna. Maandagmorgen liet de regenbui van zondag zich gelden: Acqua Alta. Waar het in het doolhof van Venetië sowieso al moeilijk is om je weg te vinden, kwam er nu nog een extra moeilijkheid bij. We hadden het lumineuze idee om de basiliek van San Marco voor de laatste dag te bewaren. Geen tactisch plan aangezien dit het laagste punt van Venetië is. Desalniettemin moesten we toch toegeven dat dit een magisch beeld oplevert. Mooi om een goed gevuld weekend mee af te sluiten.
Vorig weekend heb ik terug efjes toerist gespeeld in Rome samen met de mama en de papa die ter gelegenheid van het herfstverlof even waren afgezakt.
Dit weekend was eerder rustig met alleen een daguitstapje zaterdag naar de vulkanische meren ten zuiden van Rome en het mini dorpje Rocca di Papa, waar de paus één van zijn buitenverblijfjes heeft. We konden met zijn allen even vergeten dat het al begin november is want de picknick liet zich overvloedig dompelen in heerlijk warme zonnestralen. Voor wie denkt ‘godverdomme, die zit daar toch wel goed’, komende week voorspelt niets dan regen …
Ik laat het niet aan mijn hartje komen en probeer verder alle hoekjes van Rome te ontdekken, want het zijn er veel!

Alla prossima!

woensdag 27 oktober 2010

Een stereotiepe dag bij de familie Gorgoni

Stel je voor: een Italiaanse familie met een oudste zus, Lauri (afkorting voor Addolorata), een middelste broer, Alessandro en Alberto, de Benjamin van de bende. Het plaatje wordt vervolledigd met Luca, al jaren lang vriend aan huis.
De dag begint weliswaar eerder laat, het snurken van mijn ondertussen gearriveerde kamergenoot is een geldig excuus, met een tas zelfgemaakte sterke Italiaanse koffie (sinds kort is er ook mogelijkheid tot cappuccino). De werkmens, Luca, is al voor dag en dauw vertrokken. Alessandro komt in schaarsgeklede T-shirt en boxershort de kamer uit gesloft richting badkamer. Zelf zit ik met kleine oogjes aan mijn koffie te slurpen wanneer Lauri uitbundig – voor de derde keer – haar verhaal over haar grote liefde verkondigt. Een triestige geschiedenis over verkeerde plaats en tijd. Schoorvoetend probeer ook ik de badkamer in te glippen want de wijzers van de klok schreeuwen luidkeels dat het middaguur is aangebroken en dat een douche niet misplaatst zou zijn.
Wat obligate leeslectuur verder hoor ik Alberto terugkomen van zijn ochtendlessen, geheel verstrooid, twee keer terugkerend omdat hij wat vergeten is en opnieuw vertrekkend voor een andere les. Ook Alessandro hoor ik rommelen in de gang, zoekend naar zijn benodigdheden voor zijn ochtendlijke sportactiviteit, zwemmen.
In de namiddag waag ik me aan een wandelingetje door Rome, soms met en soms zonder toeristische bezienswaardigheden. Als je een kerk binnenwandelt is de kans bijzonder groot dat je een Hollandse gids aan het woord hoort, al twee maal had ik deze eer.*
Eenmaal terug thuis vind ik een gezellige bende, koffie drinkend ;-), en aan een hoog decibelvolume discuterend over de paus en the Godfather. Hoe die twee onderwerpen aan elkaar gelinkt zijn, laat ik in het midden. Mijn Italiaans strekt nog niet ver genoeg om enthousiast vertellende napolitanen te begrijpen.
De avondlijke uren worden opgevuld met een stilzwijgende bezigheid, online poker. Samen zitten ze, in het gezelschap van een sigaret met speciale geuren, uren aan een stuk aan het scherm gekluisterd tot wanneer hun ogen – en hun hersenen – het voor bekeken houden en ook zij onder de wol kruipen.

*Even tussendoor. Sinds vandaag zijn mijn lessen ook begonnen. Naarstig probeer ik alle interessante vakken te volgen, om binnen een week een weloverwogen beslissing te kunnen nemen welke definitief tot mijn eindpakket zullen behoren.

donderdag 14 oktober 2010

Weetjes over Rome

Wist je dat de paarden in de Trevi Fontein geen hoeven maar vinnen hebben?
Wist je dat het Maxxi museum van Zaha Hadid nog helemaal zo slecht niet is?
Wist je dat de uitspraak ‘alle wegen leiden naar Rome’ zijn oorsprong kent in het Forum Roman?
Wist je dat alle staatsmuseums van Rome gratis te bezoeken zijn voor architectuurstudenten?

En tuurlijk weet iedereen dat tijd veel te snel voorbijglijdt. Ongeveer twee weken is Rome al ‘mijn’ nieuwe stad. De universiteit is nog steeds in sciopero of staking tegen de herstructureringen die Berlusconi wil invoeren. Natuurlijk gaat het over geld. Zijn veranderingen zouden resulteren in het feit dat de onderwijsinstellingen veel minder geld krijgen, dat veel minder onderzoekers aan de slag kunnen en uiteindelijk dat het niveau van Italië (wat al niet al te hoog is) nog verder zakt. Wanneer de lessen zullen hervat worden, is nog steeds een raadsel. Ik hoor van alle kanten ander nieuws. Het enige wat ik kan doen, is nog meer toerist spelen.
Vorig weekend stond Ostia, de antieke stad en het strand, op het programma. In het gezelschap van een andere Belg en drie Roemenen lieten we de oude ruïnes op ons afkomen. We dachten het snel eens te bewandelen, we hadden echter even vergeten dat Ostia een oude havenstad is en nog enkele tientallen hectares beslaat. Heel veel oude hopen stenen maar toch ook nog een rechtstaand theater waar er blijkbaar vandaag de dag nog voorstellingen worden gegeven. Om dit alles te laten bezinken treinden we nog even verder naar het strand, dat nu gelukkig door de timing heel erg rustig was. De zon gaf net te weinig warmte, we hebben ons maar niet gewaagd aan een plons. Ook zondag flaneerden we in de periferie van Rome, in Marino deze keer. Wat is er nu in godsnaam te beleven in Marino, een godvergeten dorp? Wel, eenmaal per jaar, begin oktober wordt hier een wijnfeest georganiseerd. Vrij gelijkaardig aan de drukte die heerst op een hete zomerdag/avond op de Gentse Feesten, evenveel volk, eveneel kraampjes en evenveel dronken mensen. Dit kon ik natuurlijk niet missen! Maar ik ben er wel in geslaagd het belangrijkste fenomeen van deze dag uit het oog te verliezen, een fontein die alleen wijn spuit. Gelukkig hoorde ik nadien dat het toch niet zo spectaculair was als je zou verwachten.
De week kabbelde iets rustiger voort. Elke dag een toeristische highlight en wat rondkuieren in Rome, de structuur van de stad ontplooit zich langzaam maar zeker. Ik kon het Pantheon aanschouwen en merken dat het oculus wel degelijk niet regenbestendig is, zien dat er op elk moment van de dag onmenselijk veel toeristen romantisch wezen aan de Trevi-fontein, vaststellen dat het Forum Romanum meer een hoop stenen is dan rechtstaande structuren (maar met behulp van een student Latijn-Grieks kwam het toch iets meer tot leven), flaneren als een ware heerseres in de ruïnes van de Villa Adriana in Tivoli en verloren lopen op de zondagse markt in Trastevere. De laatste administratieve zaken zijn ook nog de revue gepasseerd: een bibliotheekpas aanmaken, mijn Romeinse Mensa kaart. Ik moet jullie eerlijk vertellen – met een lichte rode blos op de wangen – die in Siena was beter.
Mijn eerste Belgische bezoek in Rome is hier enkele dagen geleden gearriveerd, Stef en Tine uit Antwerpen. Gelukkig kon ik al een beetje gids spelen, een beetje Italiaans toveren en vooral kon ik hen een dak boven het hoofd aanbieden. Zoals het een ware rondtoer betaamt heb ik hen mee op het sleeptouw genomen tot wanneer ze er bij neervielen. Van onze vier dagen samen was gisteren toch wel de meest opmerkelijke dag. Na een avondje vol vertier in een gezellig cafétje in Trastevere hadden we courageus onze wekker gezet (om 8.00u) met de intensie om – erg – vroeg naar het Vaticaan te vertrekken en om zo de onmenselijk lange rijen te vermijden. Katholiek of niet, wanneer gezeten in Rome, is een bezoek aan dat kleine stadstaatje toch wel een must. Alle goede intensies ten spijt, we arriveerden pas om 10.30u aan het Sint Pietersplein. Maar wat gebeurt er daar? Heel het plein is afgesloten en als je het wilde betreden moest je door een metaaldetector. Ik haalde mijn beste Italiaans boven en vroeg wat er gebeuren zou aan één van de vele politieagenten. Hij keek me aan alsof ik van een andere planeet kwam. De paus komt natuurlijk! elke woensdagmorgen zijn publiek groeten. Zoals altijd in een wit karretje omgeven met een tiental bodyguards. Er volgden wat teksten uit de bijbel, in het Italiaans, Frans, Engels en Duits (een toespraak kan zo lang duren) en hij liet zijn jeugdige stem weergalmen tijdens één of andere psalm. Snel lieten we dit voor bekeken, zoveel gebeurde er nu eenmaal niet, en maakten we van dit gelukkig toeval gebruik om wanneer iedereen op het Sint Pietersplein staat, naar het Vaticaan te glippen. Een wijze beslissing want we konden vrolijk doorwandelen tot aan het ticketoffice en in een vijftal minuten waren we al in het museum. Eenmaal terug buiten ontdekten we, glimlachend, een rij waar je gemakkelijk enkele uren kon in verblijven.
Deze morgen heb ik hen uitgezwaaid en nu zal ik pogingen ondernemen om toch iets meer student te worden in plaats van toerist. Hopelijk zullen de lessen starten de 18e oktober, maar het is en blijft Italië, niets is zeker en alles verandert op de laatste minuut.

vrijdag 1 oktober 2010

Toen het kleine Siena werd ingeruild voor het grote Rome

Net drie dagen in Rome. Ééntje vol administratie, ééntje thuis vol huishoudelijke taken en de laatste wat toerist gespeeld, omdat het niet anders kon. De lessenroosters die normaal vandaag zouden moeten verschijnen, kwamen niet online noch verschenen ze in geprinte versie aan de ad valvas. Dus wat moet een mens doen als hij in Rome is? Dan maar het dichtstbijzijnde museum bezocht (ongeveer net naast de faculteit): Galleria Nazionale d’Arte Moderna. Moderna moet wel heel breed genomen worden, de 19e eeuw werd er ook bijgenomen. Geen hoogvlieger, maar omdat mijn toegang gratis was als architectuurstudent, mag ik niet klagen.

Even chronologisch. Vrijdagavond volgde er een eerste afscheidsetentje. Lekker intiem met een zestal meiden op restaurant. Kletsen over wat ons allemaal te wachten staat. Zaterdagmorgen vroeg vertrokken vol goede moed richting Rome met al vier afspraken op zak. De meeste waren behoorlijk ver gelegen, één was echt in het centrum maar daar verkozen ze iemand die een heel jaar zou kunnen blijven en er was er ook eentje bij die eigenlijk te schaamtelijk is om te vermelden, maar misschien juist daarom te vertellen waard is. In een behoorlijk groot appartement (een vijftal kamers) leefden gemiddeld twee à drie personen per kamer, in het totaal wordt dat dus vrij crowded en dan mogen we het kleine poedeltje nog niet vergeten. Met alleen één kleine gemeenschappelijke ruimte, namelijk de keuken. Het enige pluspunt van dit veel te volle, krotterige en vuile appartement was dat het twee terrassen had met uitzicht over Rome. Er bleef maar één oplossing over, daar zo snel mogelijk weg raken en volop nieuwe afspraken maken. De 20 à 30 telefoons leverden heel wat onvriendelijke mensen op, een aantal afspraken en vooral heel wat frustratie. Maar het was niet allemaal kommer en kwel die dagen. Er waren ook een aantal vriendelijke en sympathieke mensen. Zoals bijvoorbeeld de mensen zondagmorgen bij mijn eerste afspraak van die dag. De kamer was goed gelegen, snel bereikbaar, een singola kamer die er nog deftig uitzag en vooral nog betaalbaar was. Maar ik was een uur te laat, ze had net bij de vorige toegezegd. Tot overmaat van ramp begon het op dat moment te stortregenen. Zoals altijd was ik goed voorbereid en had ik dus géén regenjas bij me. Vijf minuten later in de hal (ik kon onmogelijk vertrekken) kom ik dezelfde mensen terug tegen. Ze hadden het zo met me te doen dat ze me een paraplu gaven. Er bestaan toch nog goede mensen in Rome! Toen werd het zondagavond en mijn laatste bezoek/afspraak van de dag kwam eraan. Een appartementje in een goede buurt, een vriendelijke jongeman aan te lijn en een betaalbare prijs. Ik had goede hoop – opnieuw. Een kwartiertje gezellig gekletst met de bewoners en twee uur later hoorde ik het goede nieuws. Ik had mijn nieuwe stek gevonden.
Slotsom: een kamer in een gezellige buurt (weliswaar een gedeelde kamer), drie toffe kerels als kotgenoten (mijn toekomstige vrouwelijke roommate is nog niet van de partij) en niet al te ver van het centrum. Voor wie een kaartje wil sturen: Largo Pannonia 1, 00183 Roma.
De jongste knaap van de bende is Alberto, student economie. Zijn broer Alessandro studeert letteren en theater. De derde Luka is geen echt familielid maar zou er eigenlijk perfect voor kunnen doorgaan, jeugdvriend van de eerste graad. Vandaag hoorde ik dat misschien de zus van de twee broers ons hier zou komen vergezellen. Dan is het plaatje compleet. Zoals de Italiaanse cultuur het voorschrijft, gedragen ze zich allemaal als ware gentlemans en voel ik me bijna als een principessa. De tweede avond werd ik zelfs al meegevraagd naar een theatervoorstelling van de academia van Rome. Het bleek een klein theaterfestivalletje te zijn dat fungeert als experimenteel platform waar acteurs in spe hun eigen geschreven stukken kunnen brengen. De eerste korte voorstelling stelde niet veel voor, maar de tweede daarentegen had heel wat meer te bieden. Een meisje en een jongen speelden een op het eerste zicht heel evidente situatie. Man en vrouw in de keuken na een werkdag, duidelijk in de sleur van hun relatie. De eerste vijf minuten lijken heel herkenbaar. “Hoe was je dag?”, “Wat heb je gedaan?”. Maar dan begint het. Hun affaires met hun minnaars, subtiel en geraffineerd. Aftastend, zoekend, zich verzetten, willen maar toch niet durven om uiteindelijk toch te zwichten. Vooral het meisje had heel wat acteertalent in haar. Natuurlijk is er veel aan mij voorbijgegaan omdat ik het Italiaans nog niet beheers, maar wanneer het spreektempo wat lager lag, kon ik toch wat oppikken.

Na deze drie dagen voel ik me toch al een beetje thuis hier. Ik heb al mijn eerste inkopen gedaan in de dichtstbijzijnde supermarkt, ik weet al de bus en metro van buiten om bij mijn faculteit te komen en ik heb al een Italiaanse studentenkaart.

Ciao en dank voor alle leuke berichtjes!