woensdag 27 oktober 2010

Een stereotiepe dag bij de familie Gorgoni

Stel je voor: een Italiaanse familie met een oudste zus, Lauri (afkorting voor Addolorata), een middelste broer, Alessandro en Alberto, de Benjamin van de bende. Het plaatje wordt vervolledigd met Luca, al jaren lang vriend aan huis.
De dag begint weliswaar eerder laat, het snurken van mijn ondertussen gearriveerde kamergenoot is een geldig excuus, met een tas zelfgemaakte sterke Italiaanse koffie (sinds kort is er ook mogelijkheid tot cappuccino). De werkmens, Luca, is al voor dag en dauw vertrokken. Alessandro komt in schaarsgeklede T-shirt en boxershort de kamer uit gesloft richting badkamer. Zelf zit ik met kleine oogjes aan mijn koffie te slurpen wanneer Lauri uitbundig – voor de derde keer – haar verhaal over haar grote liefde verkondigt. Een triestige geschiedenis over verkeerde plaats en tijd. Schoorvoetend probeer ook ik de badkamer in te glippen want de wijzers van de klok schreeuwen luidkeels dat het middaguur is aangebroken en dat een douche niet misplaatst zou zijn.
Wat obligate leeslectuur verder hoor ik Alberto terugkomen van zijn ochtendlessen, geheel verstrooid, twee keer terugkerend omdat hij wat vergeten is en opnieuw vertrekkend voor een andere les. Ook Alessandro hoor ik rommelen in de gang, zoekend naar zijn benodigdheden voor zijn ochtendlijke sportactiviteit, zwemmen.
In de namiddag waag ik me aan een wandelingetje door Rome, soms met en soms zonder toeristische bezienswaardigheden. Als je een kerk binnenwandelt is de kans bijzonder groot dat je een Hollandse gids aan het woord hoort, al twee maal had ik deze eer.*
Eenmaal terug thuis vind ik een gezellige bende, koffie drinkend ;-), en aan een hoog decibelvolume discuterend over de paus en the Godfather. Hoe die twee onderwerpen aan elkaar gelinkt zijn, laat ik in het midden. Mijn Italiaans strekt nog niet ver genoeg om enthousiast vertellende napolitanen te begrijpen.
De avondlijke uren worden opgevuld met een stilzwijgende bezigheid, online poker. Samen zitten ze, in het gezelschap van een sigaret met speciale geuren, uren aan een stuk aan het scherm gekluisterd tot wanneer hun ogen – en hun hersenen – het voor bekeken houden en ook zij onder de wol kruipen.

*Even tussendoor. Sinds vandaag zijn mijn lessen ook begonnen. Naarstig probeer ik alle interessante vakken te volgen, om binnen een week een weloverwogen beslissing te kunnen nemen welke definitief tot mijn eindpakket zullen behoren.

donderdag 14 oktober 2010

Weetjes over Rome

Wist je dat de paarden in de Trevi Fontein geen hoeven maar vinnen hebben?
Wist je dat het Maxxi museum van Zaha Hadid nog helemaal zo slecht niet is?
Wist je dat de uitspraak ‘alle wegen leiden naar Rome’ zijn oorsprong kent in het Forum Roman?
Wist je dat alle staatsmuseums van Rome gratis te bezoeken zijn voor architectuurstudenten?

En tuurlijk weet iedereen dat tijd veel te snel voorbijglijdt. Ongeveer twee weken is Rome al ‘mijn’ nieuwe stad. De universiteit is nog steeds in sciopero of staking tegen de herstructureringen die Berlusconi wil invoeren. Natuurlijk gaat het over geld. Zijn veranderingen zouden resulteren in het feit dat de onderwijsinstellingen veel minder geld krijgen, dat veel minder onderzoekers aan de slag kunnen en uiteindelijk dat het niveau van Italië (wat al niet al te hoog is) nog verder zakt. Wanneer de lessen zullen hervat worden, is nog steeds een raadsel. Ik hoor van alle kanten ander nieuws. Het enige wat ik kan doen, is nog meer toerist spelen.
Vorig weekend stond Ostia, de antieke stad en het strand, op het programma. In het gezelschap van een andere Belg en drie Roemenen lieten we de oude ruïnes op ons afkomen. We dachten het snel eens te bewandelen, we hadden echter even vergeten dat Ostia een oude havenstad is en nog enkele tientallen hectares beslaat. Heel veel oude hopen stenen maar toch ook nog een rechtstaand theater waar er blijkbaar vandaag de dag nog voorstellingen worden gegeven. Om dit alles te laten bezinken treinden we nog even verder naar het strand, dat nu gelukkig door de timing heel erg rustig was. De zon gaf net te weinig warmte, we hebben ons maar niet gewaagd aan een plons. Ook zondag flaneerden we in de periferie van Rome, in Marino deze keer. Wat is er nu in godsnaam te beleven in Marino, een godvergeten dorp? Wel, eenmaal per jaar, begin oktober wordt hier een wijnfeest georganiseerd. Vrij gelijkaardig aan de drukte die heerst op een hete zomerdag/avond op de Gentse Feesten, evenveel volk, eveneel kraampjes en evenveel dronken mensen. Dit kon ik natuurlijk niet missen! Maar ik ben er wel in geslaagd het belangrijkste fenomeen van deze dag uit het oog te verliezen, een fontein die alleen wijn spuit. Gelukkig hoorde ik nadien dat het toch niet zo spectaculair was als je zou verwachten.
De week kabbelde iets rustiger voort. Elke dag een toeristische highlight en wat rondkuieren in Rome, de structuur van de stad ontplooit zich langzaam maar zeker. Ik kon het Pantheon aanschouwen en merken dat het oculus wel degelijk niet regenbestendig is, zien dat er op elk moment van de dag onmenselijk veel toeristen romantisch wezen aan de Trevi-fontein, vaststellen dat het Forum Romanum meer een hoop stenen is dan rechtstaande structuren (maar met behulp van een student Latijn-Grieks kwam het toch iets meer tot leven), flaneren als een ware heerseres in de ruïnes van de Villa Adriana in Tivoli en verloren lopen op de zondagse markt in Trastevere. De laatste administratieve zaken zijn ook nog de revue gepasseerd: een bibliotheekpas aanmaken, mijn Romeinse Mensa kaart. Ik moet jullie eerlijk vertellen – met een lichte rode blos op de wangen – die in Siena was beter.
Mijn eerste Belgische bezoek in Rome is hier enkele dagen geleden gearriveerd, Stef en Tine uit Antwerpen. Gelukkig kon ik al een beetje gids spelen, een beetje Italiaans toveren en vooral kon ik hen een dak boven het hoofd aanbieden. Zoals het een ware rondtoer betaamt heb ik hen mee op het sleeptouw genomen tot wanneer ze er bij neervielen. Van onze vier dagen samen was gisteren toch wel de meest opmerkelijke dag. Na een avondje vol vertier in een gezellig cafétje in Trastevere hadden we courageus onze wekker gezet (om 8.00u) met de intensie om – erg – vroeg naar het Vaticaan te vertrekken en om zo de onmenselijk lange rijen te vermijden. Katholiek of niet, wanneer gezeten in Rome, is een bezoek aan dat kleine stadstaatje toch wel een must. Alle goede intensies ten spijt, we arriveerden pas om 10.30u aan het Sint Pietersplein. Maar wat gebeurt er daar? Heel het plein is afgesloten en als je het wilde betreden moest je door een metaaldetector. Ik haalde mijn beste Italiaans boven en vroeg wat er gebeuren zou aan één van de vele politieagenten. Hij keek me aan alsof ik van een andere planeet kwam. De paus komt natuurlijk! elke woensdagmorgen zijn publiek groeten. Zoals altijd in een wit karretje omgeven met een tiental bodyguards. Er volgden wat teksten uit de bijbel, in het Italiaans, Frans, Engels en Duits (een toespraak kan zo lang duren) en hij liet zijn jeugdige stem weergalmen tijdens één of andere psalm. Snel lieten we dit voor bekeken, zoveel gebeurde er nu eenmaal niet, en maakten we van dit gelukkig toeval gebruik om wanneer iedereen op het Sint Pietersplein staat, naar het Vaticaan te glippen. Een wijze beslissing want we konden vrolijk doorwandelen tot aan het ticketoffice en in een vijftal minuten waren we al in het museum. Eenmaal terug buiten ontdekten we, glimlachend, een rij waar je gemakkelijk enkele uren kon in verblijven.
Deze morgen heb ik hen uitgezwaaid en nu zal ik pogingen ondernemen om toch iets meer student te worden in plaats van toerist. Hopelijk zullen de lessen starten de 18e oktober, maar het is en blijft Italië, niets is zeker en alles verandert op de laatste minuut.

vrijdag 1 oktober 2010

Toen het kleine Siena werd ingeruild voor het grote Rome

Net drie dagen in Rome. Ééntje vol administratie, ééntje thuis vol huishoudelijke taken en de laatste wat toerist gespeeld, omdat het niet anders kon. De lessenroosters die normaal vandaag zouden moeten verschijnen, kwamen niet online noch verschenen ze in geprinte versie aan de ad valvas. Dus wat moet een mens doen als hij in Rome is? Dan maar het dichtstbijzijnde museum bezocht (ongeveer net naast de faculteit): Galleria Nazionale d’Arte Moderna. Moderna moet wel heel breed genomen worden, de 19e eeuw werd er ook bijgenomen. Geen hoogvlieger, maar omdat mijn toegang gratis was als architectuurstudent, mag ik niet klagen.

Even chronologisch. Vrijdagavond volgde er een eerste afscheidsetentje. Lekker intiem met een zestal meiden op restaurant. Kletsen over wat ons allemaal te wachten staat. Zaterdagmorgen vroeg vertrokken vol goede moed richting Rome met al vier afspraken op zak. De meeste waren behoorlijk ver gelegen, één was echt in het centrum maar daar verkozen ze iemand die een heel jaar zou kunnen blijven en er was er ook eentje bij die eigenlijk te schaamtelijk is om te vermelden, maar misschien juist daarom te vertellen waard is. In een behoorlijk groot appartement (een vijftal kamers) leefden gemiddeld twee à drie personen per kamer, in het totaal wordt dat dus vrij crowded en dan mogen we het kleine poedeltje nog niet vergeten. Met alleen één kleine gemeenschappelijke ruimte, namelijk de keuken. Het enige pluspunt van dit veel te volle, krotterige en vuile appartement was dat het twee terrassen had met uitzicht over Rome. Er bleef maar één oplossing over, daar zo snel mogelijk weg raken en volop nieuwe afspraken maken. De 20 à 30 telefoons leverden heel wat onvriendelijke mensen op, een aantal afspraken en vooral heel wat frustratie. Maar het was niet allemaal kommer en kwel die dagen. Er waren ook een aantal vriendelijke en sympathieke mensen. Zoals bijvoorbeeld de mensen zondagmorgen bij mijn eerste afspraak van die dag. De kamer was goed gelegen, snel bereikbaar, een singola kamer die er nog deftig uitzag en vooral nog betaalbaar was. Maar ik was een uur te laat, ze had net bij de vorige toegezegd. Tot overmaat van ramp begon het op dat moment te stortregenen. Zoals altijd was ik goed voorbereid en had ik dus géén regenjas bij me. Vijf minuten later in de hal (ik kon onmogelijk vertrekken) kom ik dezelfde mensen terug tegen. Ze hadden het zo met me te doen dat ze me een paraplu gaven. Er bestaan toch nog goede mensen in Rome! Toen werd het zondagavond en mijn laatste bezoek/afspraak van de dag kwam eraan. Een appartementje in een goede buurt, een vriendelijke jongeman aan te lijn en een betaalbare prijs. Ik had goede hoop – opnieuw. Een kwartiertje gezellig gekletst met de bewoners en twee uur later hoorde ik het goede nieuws. Ik had mijn nieuwe stek gevonden.
Slotsom: een kamer in een gezellige buurt (weliswaar een gedeelde kamer), drie toffe kerels als kotgenoten (mijn toekomstige vrouwelijke roommate is nog niet van de partij) en niet al te ver van het centrum. Voor wie een kaartje wil sturen: Largo Pannonia 1, 00183 Roma.
De jongste knaap van de bende is Alberto, student economie. Zijn broer Alessandro studeert letteren en theater. De derde Luka is geen echt familielid maar zou er eigenlijk perfect voor kunnen doorgaan, jeugdvriend van de eerste graad. Vandaag hoorde ik dat misschien de zus van de twee broers ons hier zou komen vergezellen. Dan is het plaatje compleet. Zoals de Italiaanse cultuur het voorschrijft, gedragen ze zich allemaal als ware gentlemans en voel ik me bijna als een principessa. De tweede avond werd ik zelfs al meegevraagd naar een theatervoorstelling van de academia van Rome. Het bleek een klein theaterfestivalletje te zijn dat fungeert als experimenteel platform waar acteurs in spe hun eigen geschreven stukken kunnen brengen. De eerste korte voorstelling stelde niet veel voor, maar de tweede daarentegen had heel wat meer te bieden. Een meisje en een jongen speelden een op het eerste zicht heel evidente situatie. Man en vrouw in de keuken na een werkdag, duidelijk in de sleur van hun relatie. De eerste vijf minuten lijken heel herkenbaar. “Hoe was je dag?”, “Wat heb je gedaan?”. Maar dan begint het. Hun affaires met hun minnaars, subtiel en geraffineerd. Aftastend, zoekend, zich verzetten, willen maar toch niet durven om uiteindelijk toch te zwichten. Vooral het meisje had heel wat acteertalent in haar. Natuurlijk is er veel aan mij voorbijgegaan omdat ik het Italiaans nog niet beheers, maar wanneer het spreektempo wat lager lag, kon ik toch wat oppikken.

Na deze drie dagen voel ik me toch al een beetje thuis hier. Ik heb al mijn eerste inkopen gedaan in de dichtstbijzijnde supermarkt, ik weet al de bus en metro van buiten om bij mijn faculteit te komen en ik heb al een Italiaanse studentenkaart.

Ciao en dank voor alle leuke berichtjes!