woensdag 22 september 2010

Toen werd het naïeve meisje wakker …

Het was een week vol intensieve ervaringen, vele uitjes, heel wat tegenslag maar vooral ook ééntje waar je tussen al de onechtheid van de medemens toch ook vooral heel wat warmte ontdekt.

De lessen Italiaans zijn natuurlijk, nog steeds, erg prominent aanwezig. Van maandag tot donderdag van ’s morgens (9u) tot een goed stuk in de namiddag (17u). Maar vrijdagnamiddag kunnen we naar hartelust genieten van een vrije middag! Ik maak er mijn gewoonte van om op mijn gemak wakker te worden met één van de heerlijkste eigenschappen van Italië: de cappucino.
Tegen het avondeten heb je je portie Italiaans wel al gehad, maar probeer je toch tegen beter weten in wat Italiaans te produceren met je mede collega’s/vrienden. Na een halfuur eindig je met een brabbeltaal die het midden houdt tussen Italiaans, Frans en Engels. Op de één of andere manier lukt het me toch de boodschap over te brengen en daar draait het uiteindelijk toch om, monter ik mezelf op.
Tussen deze erg grote groep erasmusstudenten (200-300), zijn er twee sympathieke Franse meiden opgedoken. Beide studenten architectuur, ik denk aan de Sorbonne in Parijs, maar van dat laatste ben ik niet meer zeker. Eentje gaat naar Venetië (sinds vorig semester ben ik toch een beetje verliefd geworden op die stad en een bezoekje aan de architectuur Biënnale ligt binnen handbereik), de andere gaat ook naar De stad van Italië, Roma. Vele rendez-vous zullen volgen. Ook met een Hongaarse duizendpoot raakte ik overlaatst aan de praat. Van geschiedenis tot arabistiek, van clown spelen tot theaterloper, het behoort allemaal tot zijn interesses. De Belgische meisjes blijven natuurlijk verschijnen op het toneel, zij het soms iets meer op de achtergrond.

Ook deze week had ik het genoegen Belgisch vlees te ontvangen. Bert fladderde twee dagen langs, even zijn oude erasmusbelevenissen herbeleven. Hij voelde zich al snel thuis, een oude stad als Siena verandert nu eenmaal niet zo veel. Alleen de hippe tent waar hij met zijn toenmalige erasmusvrienden heentrok heeft het voor bekeken gehouden. Een jammere zaak want heel veel avondlijke gebeurtenissen zoals spontane feestjes zijn zeldzaam. Maar dat wil niet zeggen dat er geen andere parels te bespeuren zijn. Gisterenavond trokken we naar een voorstelling met gratis inkom, geen idee wat ons te wachten stond. Het bleek een opera performance te zijn van Verdi met een vleugelpiano (en pianist), een sopraan en twee mannelijke zangers in een heerlijk mooi décor, gelijkaardig aan de stadsschouwburg in Brugge alleen een wat kleinere versie.

Mijn grootste tegenslag was eigenlijk een beetje te voorspellen, maar achteraf is alles gemakkelijk gedacht en gezegd. Een klein stil stemmetje in mijn achterhoofd fluisterde al tijdje “het is te mooi om waar te zijn”. Mijn op het eerste zicht gemakkelijke zoektocht naar een kamer bleek een zaak van oplichterij en fraude te zijn. Het begon langzaam door te sijpelen toen een meisje van de richting (in Gent), die ook naar Rome gaat, een mailtje stuurde dat zij iets gelijkaardig had meegemaakt. Alsof mijn contactpersoon het vermoedde, verdween hij/zij met de noorderzon samen met mijn centjes die ik jammer genoeg al had gestort. Ondertussen zijn er verschillende procedures gestart, zowel bij de bank als bij de politie. Beiden zullen hoogstwaarschijnlijk leiden tot hetzelfde, niets.
Nieuwe afspraken en plannen worden volop gemaakt, die eigenlijk om de haverklap terug veranderen. Dit weekend ga ik opnieuw naar Rome voor drie dagen, maandag pik ik er ook nog bij om al een eerste bezoekje af te leggen aan de Romeinse erasmusdienst. Dinsdag volgt een eerste ‘examen’ Italiaans hier in Siena, daarna vlieg ik snel (terug) naar Rome want woensdag wacht daar al een tweede aan La Sapienza, mijn universiteit, en om me er dan definitief te vestigen.

Om alle nare gedachten en gevoelens even te vergeten heb ik mezelf afgelopen zaterdag getrakteerd op een toeristisch bezoekje, andermaal georganiseerd door de cursus hier. Op het programma stond Sant’Antimo, een plaats met eigenlijk alleen een heel mooi kerkje, Pienza, een piepklein dorpje waar we jammergenoeg net niet lang genoeg konden doorlopen en Bagno Vignoni, zoals de naam al doet vermoeden een vroegere badplaats. Allemaal gelegen in Val d’Orcia, een prachtige streek die helemaal voldoet aan het Toscaanse landschapsbeeld die iedereen voor ogen heeft.
Het was een weekend vol gezellige telefoontjes met het thuisfront, opkrikkende schouderklopjes en heel wat mensen die me in en met Rome willen helpen.

Bacio a tutti

Geen opmerkingen:

Een reactie posten