donderdag 14 oktober 2010

Weetjes over Rome

Wist je dat de paarden in de Trevi Fontein geen hoeven maar vinnen hebben?
Wist je dat het Maxxi museum van Zaha Hadid nog helemaal zo slecht niet is?
Wist je dat de uitspraak ‘alle wegen leiden naar Rome’ zijn oorsprong kent in het Forum Roman?
Wist je dat alle staatsmuseums van Rome gratis te bezoeken zijn voor architectuurstudenten?

En tuurlijk weet iedereen dat tijd veel te snel voorbijglijdt. Ongeveer twee weken is Rome al ‘mijn’ nieuwe stad. De universiteit is nog steeds in sciopero of staking tegen de herstructureringen die Berlusconi wil invoeren. Natuurlijk gaat het over geld. Zijn veranderingen zouden resulteren in het feit dat de onderwijsinstellingen veel minder geld krijgen, dat veel minder onderzoekers aan de slag kunnen en uiteindelijk dat het niveau van Italië (wat al niet al te hoog is) nog verder zakt. Wanneer de lessen zullen hervat worden, is nog steeds een raadsel. Ik hoor van alle kanten ander nieuws. Het enige wat ik kan doen, is nog meer toerist spelen.
Vorig weekend stond Ostia, de antieke stad en het strand, op het programma. In het gezelschap van een andere Belg en drie Roemenen lieten we de oude ruïnes op ons afkomen. We dachten het snel eens te bewandelen, we hadden echter even vergeten dat Ostia een oude havenstad is en nog enkele tientallen hectares beslaat. Heel veel oude hopen stenen maar toch ook nog een rechtstaand theater waar er blijkbaar vandaag de dag nog voorstellingen worden gegeven. Om dit alles te laten bezinken treinden we nog even verder naar het strand, dat nu gelukkig door de timing heel erg rustig was. De zon gaf net te weinig warmte, we hebben ons maar niet gewaagd aan een plons. Ook zondag flaneerden we in de periferie van Rome, in Marino deze keer. Wat is er nu in godsnaam te beleven in Marino, een godvergeten dorp? Wel, eenmaal per jaar, begin oktober wordt hier een wijnfeest georganiseerd. Vrij gelijkaardig aan de drukte die heerst op een hete zomerdag/avond op de Gentse Feesten, evenveel volk, eveneel kraampjes en evenveel dronken mensen. Dit kon ik natuurlijk niet missen! Maar ik ben er wel in geslaagd het belangrijkste fenomeen van deze dag uit het oog te verliezen, een fontein die alleen wijn spuit. Gelukkig hoorde ik nadien dat het toch niet zo spectaculair was als je zou verwachten.
De week kabbelde iets rustiger voort. Elke dag een toeristische highlight en wat rondkuieren in Rome, de structuur van de stad ontplooit zich langzaam maar zeker. Ik kon het Pantheon aanschouwen en merken dat het oculus wel degelijk niet regenbestendig is, zien dat er op elk moment van de dag onmenselijk veel toeristen romantisch wezen aan de Trevi-fontein, vaststellen dat het Forum Romanum meer een hoop stenen is dan rechtstaande structuren (maar met behulp van een student Latijn-Grieks kwam het toch iets meer tot leven), flaneren als een ware heerseres in de ruïnes van de Villa Adriana in Tivoli en verloren lopen op de zondagse markt in Trastevere. De laatste administratieve zaken zijn ook nog de revue gepasseerd: een bibliotheekpas aanmaken, mijn Romeinse Mensa kaart. Ik moet jullie eerlijk vertellen – met een lichte rode blos op de wangen – die in Siena was beter.
Mijn eerste Belgische bezoek in Rome is hier enkele dagen geleden gearriveerd, Stef en Tine uit Antwerpen. Gelukkig kon ik al een beetje gids spelen, een beetje Italiaans toveren en vooral kon ik hen een dak boven het hoofd aanbieden. Zoals het een ware rondtoer betaamt heb ik hen mee op het sleeptouw genomen tot wanneer ze er bij neervielen. Van onze vier dagen samen was gisteren toch wel de meest opmerkelijke dag. Na een avondje vol vertier in een gezellig cafétje in Trastevere hadden we courageus onze wekker gezet (om 8.00u) met de intensie om – erg – vroeg naar het Vaticaan te vertrekken en om zo de onmenselijk lange rijen te vermijden. Katholiek of niet, wanneer gezeten in Rome, is een bezoek aan dat kleine stadstaatje toch wel een must. Alle goede intensies ten spijt, we arriveerden pas om 10.30u aan het Sint Pietersplein. Maar wat gebeurt er daar? Heel het plein is afgesloten en als je het wilde betreden moest je door een metaaldetector. Ik haalde mijn beste Italiaans boven en vroeg wat er gebeuren zou aan één van de vele politieagenten. Hij keek me aan alsof ik van een andere planeet kwam. De paus komt natuurlijk! elke woensdagmorgen zijn publiek groeten. Zoals altijd in een wit karretje omgeven met een tiental bodyguards. Er volgden wat teksten uit de bijbel, in het Italiaans, Frans, Engels en Duits (een toespraak kan zo lang duren) en hij liet zijn jeugdige stem weergalmen tijdens één of andere psalm. Snel lieten we dit voor bekeken, zoveel gebeurde er nu eenmaal niet, en maakten we van dit gelukkig toeval gebruik om wanneer iedereen op het Sint Pietersplein staat, naar het Vaticaan te glippen. Een wijze beslissing want we konden vrolijk doorwandelen tot aan het ticketoffice en in een vijftal minuten waren we al in het museum. Eenmaal terug buiten ontdekten we, glimlachend, een rij waar je gemakkelijk enkele uren kon in verblijven.
Deze morgen heb ik hen uitgezwaaid en nu zal ik pogingen ondernemen om toch iets meer student te worden in plaats van toerist. Hopelijk zullen de lessen starten de 18e oktober, maar het is en blijft Italië, niets is zeker en alles verandert op de laatste minuut.

4 opmerkingen: